Kapiteinshut, en meer.

Met de telefoon naast zijn kooi kon de schipper het stuurhuis bellen, en andersom.
Zoals alles op de Castor, werkt de telefoon prima.

Het moet op de tekentafel een drama zijn geweest om zoveel ruimtes op zo’n klein oppervlak te plannen, met dien verstande dat het moet kunnen worden gebouwd en tevens werkbaar is voor de bemanning.

De hut van de schipper (gezagvoerder), bevind zich op dit niveau, direct onder het stuurhuis. Een dagverblijf met aansluitend een nachtverblijf.

De radiohut bevind zich aangrenzend. Helaas was alle radioapparatuur reeds verwijderd, en doet het hokje tegenwoordig dienst om verf te mixen en als dekwerkplaats.

Castor werd vanaf de nieuwbouw uitgerust met een radar, toen hypermodern, welke zich in een erg klein hokje bevond. De radarhut heeft geen ramen, en is eigenlijk meer een bezemkast zoals het tegenwoordig ook wordt gebruikt. Het moet erg vervelend zijn geweest om 4 uur lang in dat hokje te moeten zitten om in het radar te turen.

Middels twee toegangsdeuren betreft dit de hoofdingang van het schip. Twee trappen geven toegang naar zowel het voor- als achterschip.

De derde trap welke zich hier bevind geeft toegang tot het stuurhuis, maar werd slechts door de schipper gebruikt. De overige bemanning moest buitenom het stuurhuis betreden, weer of geen weer.

De kapiteinshut werd volledig origineel gerestaureerd, waarbij zelfs de gordijntjes weer voor de patrijspoorten werden hangen. De rest van de velen ruimtes op dit dek werden ingedeeld en gebruikt naar zinvol nut.

Restauratieproces