Zekerheid voor alles
Mocht de toch al ernstig zwaar en degelijk uitgevoerde stuurmachine kapot gaan, hadden ze tijdens de bouw enige back-ups verzonnen. Sturen vonden ze belangrijk bij de Marine, zo blijkt…
Tijdens normaal bedrijf zorgt een elektromotor voor de benodigde oliedruk. Wanneer men boven aan het stuurwiel draait, geef je slechts een oliesignaaltje, de elektromotor levert de stuurbekrachtiging.
- Mocht dit kapot gaan, kan middels een kleinere oliepomp worden overgegaan op noodsturen.
- Mocht dit kapot gaan, zit er aan het stuurwiel in het stuurhuis een klein zwengeltje, waarmee de stuurmachine op “hand” kan worden gezet. Hierna moet je erg veel draaien aan het stuurwiel, waarbij de dusdoende verpompte olie direct in de cilinders wordt geperst.
- Mocht dit kapot gaan, zitten er ventielen op de stuurmachine waarmee het noodstuurwerk op het achterdek dienst gaat doen.
- En mocht dit ook nog eens kapot gaan, kun je de hele zwik “in zijn vrij” zetten, en middels trossen direct op het roer het schip op koers houden.
Eén ding is zeker, sturen kunnen we dus altijd! Tenzij het roer eraf valt natuurlijk….
Machineonderdelen
Gezien het feit dat het onderdelenmagazijn ónder de stuurmachinekamer volledig uitpuilt, en we (gelukkig) steeds meer originele onderdelen bij elkaar weten te sprokkelen, werden de grotere reserve onderdelen van de hoofdmotor vastgebout in het achterschip.
Om een oud schip als de Castor in de vaart te houden voor decennia die komen gaan, doe je er slim aan zoveel mogelijk bij elkaar te verzamelen, nu het nog kan.
In de hoop ze nooit nodig te hebben…..